Je weet het misschien niet, maar het hoofdkantoor van de Université Paris Cité, gelegen op het terrein van de voormalige Faculteit Geneeskunde, op een steenworp afstand van het metrostation Odéon, herbergt een fascinerend rariteitenkabinet. Het Museum van de Geschiedenis van de Geneeskunde - waarvoor Andréa Barbe-Hulmann nu verantwoordelijk is - is het enige in zijn soort en werd halverwege de jaren vijftig van de vorige eeuw geopend. Aanvankelijk was het museum bedoeld voor professoren en studenten van de faculteit geneeskunde, maar pas in 1994 opende het zijn deuren voor het grote publiek.
In deze sublieme hal uit 1905? Vitrines met ongelooflijke collecties, die worden beschouwd als de oudste in Europa. Deze collecties werden in de achttiende eeuw bijeengebracht door deken Lafaye en zijn in de loop der jaren verrijkt met een reeks voorwerpen uit de verschillende takken van de chirurgische kunst tot het einde van de negentiende eeuw.
Het Museum voor de Geschiedenis van de Geneeskunde volgt een chronologische benadering en toont voornamelijk chirurgische instrumenten uit de vijftiende tot de negentiende eeuw, zoals de vijftiende-eeuwse trekkers die werden gebruikt om pijlpunten uit wonden te halen, een achttiende-eeuwse ijzeren kogeltrekker en de gebogen messen die werden gebruikt voor amputaties uit de achttiende eeuw. Veel van deze instrumenten werden aangepast voor gebruik op het slagveld. Een ander belangrijk feit om op te merken is dat de meeste van deze oude chirurgische instrumenten werden ontworpen door grote bestekfabrikanten.
Andere curiositeiten die worden tentoongesteld in het Musée d'Histoire de la Médecine in Parijs? Een handprothese uit de 16e eeuw, een trappenkoker uit 1550, 18e-eeuws porselein en nijlpaardbotten, het scalpel dat werd gebruikt door Charles-François Félix, die Lodewijk XIV in 1686 met succes opereerde om zijn anale fistel te verwijderen, de autopsiekit van Dr. Antommarchi die door Napoleon I werd gebruikt en het eerste model van de schroefstethoscoop, gedraaid door de beroemde Laennec.
Het museum toont ook een aantal grote medische en chirurgische figuren, waaronder Jean-Martin Charcot, de vader van de neurologie; Joseph Claude Anthelme Récamier, de schepper van de moderne medische en chirurgische gynaecologie, die in 1801 het vaginale speculum introduceerde; de Franse chirurg en uroloog Antonin Desormeaux, die zijn naam gaf aan de endoscoop die werd gebruikt om zowel in het strottenhoofd als in de urinebuis te kijken; en niet te vergeten de beroemde Ambroise Paré. Hij wordt vaak beschouwd als de vader van de Franse chirurgie en was chirurg voor de koning en op het slagveld. Er zijn ook borstbeelden te zien van bekende figuren uit de medische wereld, zoals Félix Legueu, de Franse chirurg en uroloog die de Urologische Vereniging oprichtte, en Marie-Jules Parrot, die in 1880 lid werd van de Academie voor Geneeskunde.
In dit indrukwekkende museum, een ware schatkamer vol curiosa, zijn alle specialismen vertegenwoordigd: verloskunde (eerste borstkolf, oude zuigflessen), oogheelkunde, KNO (oorspuit)... Het museum vestigt ook de aandacht op de komst van elektriciteit, die de geschiedenis van de geneeskunde onmiskenbaar heeft veranderd en bijvoorbeeld heeft geleid tot de eerste draagbare elektrocardiograaf.
Al deze instrumenten en tentoonstellingsstukken laten zien dat medische vakkundigheid niets nieuws is en dat geneeskunde en chirurgie wel degelijk zijn geëvolueerd in de afgelopen eeuwen.
Om dit Museum van de Geschiedenis van de Geneeskunde te ontdekken, een belangrijke en fascinerende plek, ga je naar het hoofdkantoor van de Université Paris Cité, gelegen in het 6e arrondissement. Het museum is geopend van maandag tot en met zaterdag (donderdag gesloten), van 14.00 tot 17.30 uur (laatste toegang om 17.00 uur).
Plaats
Museum voor de geschiedenis van de geneeskunde
12 Rue de l'École de Médecine
75006 Paris 6
Toegang
metro Odéon (lijnen 4 en 10)
prijzen
Tarif réduit : €2.5
Plein Tarif : €3.5
Officiële site
u-paris.fr