Met de Paralympische Spelen van 2024 in Parijs voor de deur is er een vraag die iedereen bezighoudt: waarom zijn atleten met een verstandelijke beperking ondervertegenwoordigd? Deze atleten hebben slechts toegang tot drie disciplines: zwemmen, tafeltennis en atletiek. Dit staat in schril contrast met de diversiteit aan evenementen voor andere categorieën met een handicap.
De geschiedenis van de Paralympische Spelen voor atleten met een verstandelijke beperking begon in 1996, maar kwam abrupt tot stilstand in 2000 na een fraudeschandaal met het Spaanse basketbalteam. Sinds 2009 is hun re-integratie aan de gang, bevestigd door een gedeeltelijke terugkeer naar de Spelen van Londen 2012, maar de uitdagingen blijven... De kwestie vangeschiktheid en de classificatie van handicaps blijft netelig.
Nog complexer is dat atleten met het syndroom van Down volledig worden uitgesloten van wedstrijden, ondanks de theoretische mogelijkheid om deel te nemen. Volgens het Internationaal Paralympisch Comité (IPC) bemoeilijkt deze "overmatige handicap" hun inclusie vanwege de hoge prestatiecriteria.
De Fédération Française de Sport Adapté (FFSA) voert campagne voor een nieuwe specifieke categorie voor atleten met het syndroom van Down. Maar het aantal atleten op de Paralympische Spelen, vastgesteld door het Olympisch Comité, maakt deze opname moeilijk zonder een andere categorie te schrappen.
Dit jaar nemen in Parijs 11.000 atleten deel aan de Olympische Spelen en 4.400 aan de Paralympics.
