Guy Môquet, geboren op 26 april 1924 in Parijs, was een communist en verzetsactivist die opgroeide in een politiek geëngageerd gezin. Zijn vader, Prosper Môquet, was het communistische parlementslid voor het 17e arrondissement van Parijs en zijn tante, Rosalie Môquet, stond bekend om haar betrokkenheid bij de Franse Communistische Partij (PCF). Tijdens zijn tienerjaren studeerde Guy Môquet aan het Lycée Carnot, was een fervent militant van de Jeunesses Communistes en blonk uit op school.
Na de nederlaag van Frankrijk in juni 1940, tijdens de Tweede Wereldoorlog, werd de Franse Communistische Partij - waarvan Guy Môquet een groot voorstander was - zwaar onderdrukt. De vader van Guy Môquet was al in oktober 1939 gearresteerd, terwijl Guy, zijn broer en zijn moeder hun toevlucht zochten in La Manche. Een paar maanden later keerde Guy Môquet alleen terug naar Parijs en werd hij ondergronds lid van de Jeunesses Communistes, waar hij pamfletten uitdeelde en "vlinders" aan lantaarnpalen plakte. Guy Môquet was nog maar 16 toen hij in oktober 1940 (volgens Wikipedia) werd gearresteerd op beschuldiging door inspecteurs van de Speciale Anti-Communistische Repressie Brigade. Hij werd vervolgens opgesloten in de gevangenis van Fresnes en op 14 mei 1941 werd hij samen met andere geïnterneerden overgebracht naar het kamp Choisel in Châteaubriant, waar hij vriendschap sloot met andere jonge vrijwilligers.
In oktober 1941 werd Karl Hotz in Nantes vermoord door een commando van drie communistische verzetsstrijders. Na deze daad besloten de Duitse troepen (die op dat moment Frans grondgebied bezetten) omvijftig gijzelaars die in de kampen werden vastgehouden teexecuteren. Guy Môquet was één van hen: van de 48 gijzelaars die uiteindelijk werden doodgeschoten, werden er zevenentwintig doodgeschoten in Châteaubriant, waaronder de jonge schooljongen. Hij was de jongste gijzelaar die die dag stierf: de moord op zo'n jonge militant, nog niet meerderjarig, schokte de Franse bevolking en droeg bij aan de wreedheid van de nazi's, die gezien wilden worden als meedogenloze soldaten. Bovendien gaf de reactie van belangrijke staatshoofden zoals Winston Churchill en Franklin Roosevelt deze gebeurtenis een internationale dimensie.
Het lichaam van Guy Môquet werd later overgebracht naar de begraafplaats Père-Lachaise, waar hij ligt bij zijn broer Serge, die een natuurlijke dood stierf (of van angst en verdriet, bronnen verschillen). Guy Môquet werd op 28 december 1944 door generaal de Gaulle onderscheiden met het Croix de Guerre en de Médaille de la Résistance en werd in 1946 benoemd tot Chevalier de la Légion d'Honneur, waarmee hij de rang van nationale held kreeg. Ter ere van hem kregen een straat in het 17e arrondissement en een station op lijn 13 de naam Guy Môquet.