Sinds de geboorte op 19 juli 1900 is het Parijse metrokaartje veel meer dan een stuk papier. Door de wisselende tarieven vertelt het de economische en sociale geschiedenis van Parijs. In zijn boek Petite histoire du ticket de métro parisien nodigt Grégoire Thonnat ons uit om deze fascinerende tijdlijn te verkennen.
De opening van de eerste metrolijn markeerde het begin van een nieuw tijdperk. De eerste tarieven waren symbolisch: 15 centimes voor de tweede klas en 20 centimes voor de eerste klas. Het Noord-Zuid-netwerk, dat in 1910 van start ging met de huidige lijn 12, paste een soortgelijk tariefsysteem toe. In 1930 werd het echter, vanwege een gebrek aan winstgevendheid, opgeslokt door de CMP.
De tarieven bleven 19 jaar lang stabiel, tot de eerste verhoging in 1919, toen het tweedeklas kaartje werd verhoogd naar 20 centimes. Deze bescheiden verhoging was het begin van een reeks tariefaanpassingen die de economische en inflatoire realiteit van die tijd weerspiegelden. In 1925 maakte de introductie van het tariefalfabet het makkelijker om deze frequente veranderingen te beheren.
In het interbellum stegen de tarieven aanzienlijk. Het tweedeklas ticket kostte 1 frank op deWereldtentoonstelling van 1937. De bezetting had ook een impact op de tarieven, met beperkende maatregelen en de vermindering van de ticketboekjes.
Na de Tweede Wereldoorlog kende de CMP een recordaantal passagiers, wat leidde tot wijzigingen in de tariefstructuur. De RATP, opgericht in 1948, erfde dit snel groeiende netwerk. De eerste klas werd in 1946 afgeschaft om ruimte te besparen, maar werd twee jaar later weer ingevoerd.
Veranderingen in de tarieven in de jaren 1950 en 1960 weerspiegelden een stad in constante evolutie. De introductie van de Carte Orange in 1975 was een echte revolutie en bood onbeperkte toegang tot alle vervoersmiddelen voor een vast tarief.
Een charmant aspect van de geschiedenis van de Parijse metro was de rol van de kaartjesverkoper. Kaartjes werden op elk station verkocht en vervolgens bij de ingang van het perron geperforeerd door een agent, tijdens de Eerste Wereldoorlog vaak een vrouw. Dit systeem hield 75 jaar stand en inspireerde een van de mooiste Franse liedjes,"Le Poinçonneur des Lilas". Met de komst van het magneetstrippenkaartje in 1968 en de automatische kaartautomaten in 1973 verdween het werk van de poinçonneur geleidelijk.
De overgang naar het digitale tijdperk begon met de Navigopas in 2001 en in 2003 verenigde de Ticket T violine het transportsysteem. De komst van de Navigo Easy in 2019 betekende de doodsteek voor het metrokaartje, een symbolisch einde voor een object dat meer dan een eeuw Parijse geschiedenis heeft overbrugd.
Het Parijse metrokaartje, veel meer dan een gewoon kaartje, is getuige geweest van economische en sociale veranderingen in de hoofdstad. De verdwijning ervan markeert het einde van een tijdperk, maar ook de aanpassing van de stad aan een nieuwe technologische en ecologische realiteit.
prijzen
Vrij
Aanbevolen leeftijd
Voor iedereen